Reiskostenvergoeding
Bereken hieronder de maximale vaste periodieke reiskostenvergoeding die de werkgever van de belastingdienst onbelast mag verstrekken aan medewerkers.
De hierboven genoemde vaste reiskostenvergoeding is alleen van toepassing als u tenminste 70% van het aantal werkdagen naar de werkplaats reist (bij vijf dagen per week werken, is dat tenminste 150 dagen per jaar).
Recht op reiskostenvergoeding?
Of u als werknemer recht heeft op een reiskostenvergoeding en de hoogte van de vergoeding wordt bepaald door:
- CAO-bepalingen: in veel sectoren zijn CAO's afgesloten waarin bepalingen zijn opgenomen over reiskostenvergoeding. Kijk op de pagina met CAO-informatie (sectoren) om te zien of in jouw CAO een reiskostenvergoeding is afgesproken.
- Arbeidsvoorwaardenregeling / bedrijfsreglement: steeds meer werkgevers hebben voor het eigen bedrijf een arbeidsvoorwaardenregeling of bedrijfsreglement waarin bepalingen over het recht op reiskostenvergoeding zijn opgenomen.
- Regels belastingdienst: in de wet zijn bepalingen opgenomen over de reiskostenvergoeding die een werkgever maximaal onbelast aan een werknemer mag verstrekken.
- Arbeidsovereenkomst: ook in de arbeidsovereenkomst kan op individuele basis een afspraak gemaakt worden over de reiskostenvergoeding. Als er echter een CAO van toepassing is, moeten de individuele afspraken minimaal voldoen aan de bepalingen uit de CAO.
Fiscale aspecten van reiskostenvergoeding
De werkgever mag onbeperkt reiskostenvergoeding aan de werknemers verstrekken. Door de fiscus zijn er echter wel grenzen gesteld aan de vergoeding die maximaal onbelast verstrekt mag worden. Geeft de werkgever een hogere vergoeding, dan is dat belast loon waarover loonheffing verschuldigd is (belasting en premies voor de sociale verzekeringswetten).
Werknemer reist met eigen vervoer (bijvoorbeeld auto, fiets, bromfiets, lopend, etc.)
De werkgever mag op dit moment € 0,23 per gereisde kilometer woon-werk onbelast verstrekken. Het gaat daarbij om de kilometers die gereden worden volgens de meest gebruikelijk route van de woonplaats naar het werk. Eventuele omrij-kilomters die om prive redenen worden gereden, mogen niet onbelast verstrekt worden. Dit zijn bijvoorbeeld kilometers om een kind naar het kinderdagverblijf te brengen.
Er kan een vaste vergoeding afgesproken worden die gebaseerd is op het aantal dagen dat per jaar gereisd wordt, waarbij rekening gehouden wordt met dagen waarop niet gereisd wordt als gevolg van bijvoorbeeld feest- en vakantiedagen.
Voor een werknemer die vijf dagen per week werkt en op jaarbasis tenminste 150 dagen (70% van het aantal werkdagen per jaar) naar de werkplaats, mag van de belastingdienst uitgegaan worden van 214 dagen per jaar. Voor parttimers dienen deze aantallen naar rato vastgesteld te worden. Hier hoeft uiteindelijk niet bekeken te worden hoeveel dagen er uiteindelijk werkelijk op jaarbasis gereisd zijn.
Alleen als de afstand woon - werk meer dan 150 kilometer bedraagt, dient aan het einde van het jaar wel een afrekening gemaakt te worden op basis van de werkelijke dagen.
Bij langdurige afwezigheid als gevolg van bijvoorbeeld ziekte, mag de werkgever de onbelaste vergoeding niet voortzetten.
Werknemer reist met openbaar vervoer
Openbaar vervoer is voor iedereen openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, tram, metro, veerpont of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig. Een taxi of luchtvaartuig is geen openbaar vervoer.
Als de werknemer met openbaar vervoer naar het werk reist mag de werkgever kiezen:
- plaatsbewijzen / abonnementen zelf aanschaffen en verstrekken aan de werknemer. Dit mag onbelast.
- de werknemer een vergoeding verstrekken voor de plaatsbewijzen / abonnementen die de werknemer zelf heeft gekocht. Dit mag onbelast. Wel dienen de plaatsbewijzen bij de administratie van de werkgever bewaard te worden.
- een vergoeding van € 0,23 per gereisde kilometer verstrekken. Zie hierover de informatie die hierboven gegeven is over de vergoeding bij reizen met eigen vervoer.
De onbelaste vergoedingen / verstrekkingen van abonnementen is alleen mogelijk als deze (mede) voor het woon - werk verkeer worden gebruikt.
De werkgever mag ook een vergoeding van € 0,23 verstrekken voor de kilometers naar het station of de halte.
Als de werknemer gebruik maakt van taxi, boot of luchtvaartuig om naar het werk te reizen, mogen alleen de werkelijke kosten vergoedt worden. Voor deze manier van reizen is de vergoeding van € 0,23 niet van toepassing.
Werkgever vergoedt de kosten van de prive auto
Als de werkgever de totale kosten van de prive auto vergoedt (dus onderhoud, afschrijving, verzekering, brandstof, belasting, etc.) dan wordt de auto geacht door de werkgever ter beschikking gesteld te zijn aan de werknemer. In de praktijk betekent dat dat de werknemer te maken krijgt met de regels die van toepassing zijn voor ter beschikking gestelde auto's (auto van de zaak, fiscale bijtelling bij het loon).
Vervoer vanwege de werkgever
Als de werkgever vervoer van de werknemers regelt, is geen onbelaste reiskostenvergoeding mogelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan werknemers die door een bus van de werkgever worden vervoerd.