De vakbonden en Koninklijke Horeca Nederland hebben een onderhandelingsresultaat bereikt over een nieuwe CAO voor de horeca met een looptijd van 24 maanden. 

Het resultaat zal voorgelegd worden aan de achterban.

Looptijd

1 januari 2025 t/m 31 december 2026

Salaris

01-01-2025: functiegroep I+II: stijging van het wettelijk minimumloon (2,75%)
01-01-2025: functiegroep III t/m XI: 2,5 procent verhoging (ook voor bovenschaligen)
01-07-2025: functiegroep I+II: stijging van het wettelijk minimumloon
01-07-2025: functiegroep III t/m XI: 1 procent verhoging basis- en eindlonen. Deze verhoging geldt niet bovenschaligen.
01-01-2026: functiegroep I+II: stijging van het wettelijk minimumloon  
01-01-2025: functiegroep III t/m XI: 2,5 procent verhoging (ook voor bovenschaligen)
01-07-2026: functiegroep I+II: stijging van het wettelijk minimumloon  

Diversen

• Indien een werkgever in het jaar 2024 een extra structurele loonsverhoging buiten de cao om heeft toegekend aan een medewerker, kan dit met de cao-loonsverhoging(en) in 2025 worden verrekend. Dit geldt ook voor afspraken die een werkgever al met een medewerker heeft gemaakt voor een loonsverhoging in 2025. Deze loonsverhoging mag worden verrekend met het percentage van de cao-loonsverhoging per 1 januari 2025 en 1 juli 2025. Heeft een werkgever al
  een afspraak gemaakt met een medewerker voor een loonsverhoging in 2026. Deze loonsverhoging mag worden verrekend met het percentage van de cao-loonsverhoging per 1 januari 2026. Een verrekening mag nooit leiden tot een negatieve verrekening.
• per 1 januari 2025 worden er nieuwe en geactualiseerde referentiefuncties beschikbaar gesteld. Als deze nieuwe referentiefuncties een wijziging bij de medewerker tot gevolg zou hebben, mag deze niet negatief uitpakken voor de medewerker. In dat geval behoudt de medewerker de indeling in de oorspronkelijke (hogere) functiegroep.
  Om werknemers de mogelijkheid te geven om bezwaar te maken tegen de beschrijving en/of waardering van hun functie wordt per 1 januari 2025 een Beroepscommissie Functieindeling Horeca (BFH) ingericht.
• per 1 januari 2025 wordt de loontabel voor vakkrachten aangepast:
  • de functiegroepen I en II worden samengevoegd naar functiegroep I+II. Het basisloon van deze functiegroep is gelijk aan het wettelijk minimumloon. Het eindloon wordt hoger dan de huidige eindlonen van de groepen I en II zodat de medewerker weer perspectief in loonontwikkeling hebben.
  • de basislonen van functiegroepen III t/m V worden extra verhoogd.
  • een medewerker is vakvolwassen vanaf de 20-jarige leeftijd. Dit was voorheen vanaf 21 jaar. 
  • voor 18- en 19-jarigen geldt dat zij recht hebben op respectievelijk 80% en 90% van het basisloon.
  • de loontabel uit de CAO heeft een minimumkarakter. Afwijken binnen een horecabedrijf is toegestaan mits minimaal de basis- en eindlonen uit de CAO loontabel worden toegepast. Positief afwijken mag, negatief afwijken mag niet.
  • De in de loontabel opgenomen periodiekstappen zijn niet meer bepalend, alleen richtinggevend. Het feitelijk salaris van een werknemer mag dus afwijken van een periodiekbedrag.
• bij promotie naar een hogere functie wordt de medewerker ingeschaald in de nieuwe functiegroep die hoort bij de nieuwe functie. De medewerker ontvangt daarbij minimaal 1 procent salarsiverhoging, welke verhoging ingaat in bij de eerstvolgende salarisbetaling na ingang van de nieuwe functie. De medewerker mag nooit minder verdienen dan het basisloon van de nieuwe functiegroep.
• vanaf 1 januari 2025 ontvangt een stagiair die een stage uitvoert in het kader van een HBO-opleiding of een MBO-opleiding een minimale stagevergoeding van € 400 bruto per maand bij een voltijd stageweek. Bij minder dagen stage per week, wordt de vergoeding naar rato aangepast.
• Medewerkers die langere tijd (vanaf 10 jaar) onafgebroken in dienst zijn bij de werkgever ontvangen extra vakantie-uren per kalenderjaar. Afhankelijk van de duur van het dienstverband zijn dat 7,6 tot 19 uren per jaar.
• Er zijn afspraken gemaakt over een betere balans tussen werken en privé:
  • medewerkers die overwerk- of meeruren hebben opgebouwd, krijgen meer inspraak in het moment waarop ze deze uren kunnen compenseren. Een verzoek voor opname van de uren dient gedaan te worden voordat het rooster wordt vastgesteld en minimaal 3 weken van tevoren. Een werkgever kan het verzoek gemotiveerd afwijzen als de bedrijfsvoering zich ertegen verzet.
  • een parttimer kan niet verplciht worden binnen de referteperiode meer dan 10% meeruren te verrichten. Is het aantal meeruren hoger, dan kan de medewerker het verzoek van de werkgever weigeren.
  • De medewerker bouwt vakantie-uren op over overwerkuren als deze in geld worden gecompenseerd. Dit geldt niet als  deze uren als ‘tijd-voor-tijd' worden opgenomen.

download hier de tekst van het onderhandelingsresultaat CAO horeca 2025 - 2026

Naar de pagina van de CAO voor de horeca