Skip to main content

CAO horeca (NHG) - salaris

Onderstaande informatie is gebaseerd op de CAO voor de horecabedrijven die aangesloten zijn bij het Nederlands Horeca Gilde (NHG) met een looptijd van 1 januari 2009 t/m 31 december 2013.

 

In artikel 19, 21 en 26 van de CAO zijn de bepalingen omtrent het salaris opgenomen.

 

Artikel 21 - LONEN

1. Werknemer kan bij werkgever maximaal drie jaar aaneengesloten in dienst zijn voor het wettelijk minimumloon. Daarna heeft werknemer recht op drie procent loonsverhoging per jaar, inclusief eventuele door partijen overeengekomen loonrondes of prijscompensaties. Deze verhogingen gelden voor maximaal tien jaar.

2. Werkgever stelt voor iedere functie in het bedrijf een functieomschrijving vast met daaraan gekoppeld een bij de zwaarte van de functie passend salaris en overige arbeidsvoorwaarden.

 

 

Artikel 26 - LOONAANPASSING

CAO-partners voeren jaarlijks een loonronde en kunnen een loonaanpassing overeenkomen. De werkgever is verplicht die loonaanpassing per 1 januari daaropvolgend door te voeren. Als peilloon voor een loonronde zal 1 november worden gehanteerd, voorafgaand aan het jaar van invoering van de loonaanpassing.

Artikel 19 - LOONBETALINGSPLICHT

1. Met betrekking tot de loonbetalingsplicht ingeval van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt dat de beperking in duur als bedoeld in artikel 7:628 lid 5 BW niet van toepassing is. 

2. Ingeval van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, geldt dat gedurende de gehele looptijd van de arbeidsovereenkomst en gedurende de verlengingen ervan de loonbetalingsplicht zoals bedoeld in artikel 7:628 lid 1 BW niet van toepassing is.

CAO horeca (NHG) - ontslag

Onderstaande informatie is gebaseerd op de CAO voor de horecabedrijven die aangesloten zijn bij het Nederlands Horeca Gilde (NHG) met een looptijd van 1 januari 2009 t/m 31 december 2013.

 

In artikel 17, 18 en 20 van de CAO zijn de bepalingen omtrent ontslag en de opzegtermijn opgenomen.

 

Artikel 17 - PROEFTIJD

1 . Voor een arbeidsovereenkomst zowel voor bepaalde als voor onbepaalde tijd geldt een proeftijd van twee maanden. Indien een arbeidsovereenkomst voor bepaalde duur wordt verlengd, geldt geen proeftijd meer. 

2. Gedurende de proeftijd kan zowel werkgever als werknemer de arbeidsovereenkomst beëindigen zonder opgaaf van redenen en zonder dat een opzegtermijn in acht genomen hoeft te worden.

Artikel 18 - VERLENGING

1. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan maximaal 4 maal (stilzwijgend) verlengd worden. Indien elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd in totaal langer dan 60 maanden hebben geduurd, eventuele tussenperioden korter dan 3 maanden inbegrepen, wordt de arbeidsovereenkomst beschouwd als zijnde voor onbepaalde tijd. 

2. Bij een tussenperiode van drie maanden of langer begint een nieuwe reeks van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.

Artikel 20 - BEËINDIGING DIENSTVERBAND

1. De arbeidsovereenkomst eindigt: 
- conform de bepalingen in het Burgerlijk Wetboek; 
- door het bereiken van de 65-jarige leeftijd, op de eerste dag van de maand waarin zulks van toepassing is of zoveel eerder als een prepensioen- of VUT-regeling voor werknemer van toepassing is, zonder dat daartoe schriftelijke opzegging vereist is.

2. Indien de directeur van het CWI toestemming heeft verleend voor het beëindigen van het dienstverband geldt voor het tussentijds beëindigen van de arbeidsovereenkomst - zowel die voor bepaalde als voor onbepaalde tijd - voor werkgever een opzegtermijn van één maand. Voor werknemer geldt te allen tijde een opzegtermijn van één maand. 

3. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van een kalendermaand.

Ontslag