Onderstaand vindt u een aantal belangrijke bepalingen uit de cao drogisterijen . Deze informatie is gebaseerd op de cao met de looptijd van 1 juli 2017 t/m 30 juni 2018.
Klik hier om naar de pagina van de cao drogisterijen
te gaan
Werkingssfeer
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over de werkingssfeer:
Artikel 1.2 Werkingssfeer van deze CAO
1.2.1 Geldigheid en uitzonderingen
Deze overeenkomst geldt voor alle werknemers in dienst van een werkgever in de drogisterij- en aanverwante branche, rekening houdend met de beperkingen die in deze overeenkomst worden genoemd.
Voor AOW -gerechtigden is de Wet Werken na de AOW- gerechtigde leeftijd van toepassing.
Deze overeenkomst geldt niet voor personen die uitsluitend werkzaam zijn in een kantoor of magazijn van de werkgever, en waarvoor:
- met vakbonden of met de ondernemingsraad is afgesproken dat op hen de VGL-CAO van toepassing is;
- met vakbonden voor hen een eigen CAO wordt afgesloten;
- met vakbonden of ondernemingsraad een bindende regeling wordt afgesproken van minimaal een gelijk niveau als deze CAO, wat vooraf wordt getoetst door de Vaste Commissie.
1.2.2 Combinatiebedrijven
Deze overeenkomst geldt voor combinatiebedrijven drogist/apotheek (met uitzondering van de functie apothekersassistente; daarop is de CAO apothekersassistenten van toepassing), indien de omzet in receptgeneesmiddelen minder dan of gelijk is aan 50% van de totale omzet. De CAO apothekersassistenten is op alle werknemers van een combinatiebedrijf van toepassing indien meer dan 50% van de omzet wordt gemaakt in receptgeneesmiddelen.
Ketenbepalingen
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over de ketenbepalingen voor arbeidsovereenkomsten:
deze informatie is (nog) niet beschikbaar
Proeftijd
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over de proeftijd:
Er zijn geen aparte afspraken over proeftijd gemaakt. Hier gelden dus de wettelijke bepalingen omtrent de proeftijd.
klik hier voor de wettelijke bepalingen omtrent de proeftijd
Opzegtermijn
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over de opzegtermijn:
Er zijn geen aparte afspraken over de opzegtermijn gemaakt. Hier gelden dus de wettelijke bepalingen omtrent de opzegtermijn.
klik hier voor de wettelijke bepalingen omtrent de opzegtermijn
Reiskosten
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over reiskosten:
Er zijn geen aparte afspraken over reiskostenvergoeding woon-werk gemaakt. Er geldt dus geen verplichting tot het uitbetalen van reiskostenvergoeding.
klik hier voor de mogelijkheden voor het uitbetalen van reiskostenvergoeding
Loon bij ziekte
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over de doorbetaling van loon bij ziekte:
Artikel 7.2 Uitkeringen bij ziekte
7.2.1 Aanvulling loon bij arbeidsongeschiktheid
A. De werkgever zal de arbeidsongeschikte werknemer in het eerste ziektejaar ingaande de tweede ziektedag gedurende de eerste 26 weken 100% van het laatstverdiende brutoloon doorbetalen. Dit in afwijking van artikel 7:629 van het Burgerlijk Wetboek. Inhouding van de eerste dag dient een inhouding van loon te zijn en mag niet in mindering worden gebracht op het aantal vakantiedagen van de werknemer.
B. De werkgever zal de arbeidsongeschikte werknemer in het eerste ziektejaar, ingaande de 27ste week tot en met week 52, 90% van het laatstverdiende brutoloon doorbetalen.
C. In het tweede ziektejaar, week 53 tot en met week 104, na de 1e ziektedag, zal de werkgever de arbeidsongeschikte werknemer 80% van het laatstverdiende brutoloon doorbetalen, met daarop een aanvulling tot maximaal 10 procentpunten, indien de werknemer zich voldoende inzet om haar mate van arbeidsgeschiktheid te benutten. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van werkgever en werknemer om hier invulling aan te geven.
D. De looninhouding van de eerste ziektedag geldt niet:
- bij zwangerschapsverlof of bij aan zwangerschap en bevalling gerelateerde arbeidsongeschiktheid;
- bij arbeidsongeschiktheid vanwege een chronische aandoening (doktersverklaring vereist);
- bij arbeidsongeschiktheid als gevolg van een overval.
E. Als de werknemer minder dan twee maanden in dienst is, wordt het loon op de eerste dag niet ingehouden, maar geldt de wettelijke uitkering bij ziekte, zijnde 70% van het laatst verdiende brutoloon.
Vakantie
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over vakantie:
Artikel 6.2 Vakantie
6.2.1 Recht op vakantie
De werknemer met een maximale aanstelling van gemiddeld 37 uur per week heeft recht op 25 werkdagen vakantie per jaar met behoud van loon; dit is gelijk aan 185 uur. De werknemer die minder dan de normale wekelijkse arbeidstijd werkzaam is en/of die gedurende het jaar in of uit dienst treedt, heeft recht op een vakantieopbouw naar rato.
6.2.2 Aaneengesloten vakantie
A. De werknemer heeft in een vakantiejaar recht op een aaneengesloten vakantie van tenminste drie weken, mits haar vakantierecht daartoe toereikend is, behalve als dit op grond van zwaarwichtige bedrijfsbelangen redelijkerwijs niet uitvoerbaar is. In dat laatste geval heeft de werknemer in het daaropvolgende vakantiejaar een onvoorwaardelijk recht op drie weken aaneengesloten vakantie.
B. De aaneengesloten vakantie zal zoveel mogelijk in de maanden mei tot en met september worden genoten.
Verlof
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over (bijzonder) verlof:
Artikel 6.3 Buitengewoon verlof
6.3.1 Persoonlijke gelegenheden
A. Wanneer een werknemer er anders niet bij aanwezig kan zijn, heeft zij in de onderstaande gevallen recht op buitengewoon verlof. Zij heeft bij dit verlof recht op behoud van loon. Bij elke gelegenheid hoort een bepaalde verlofduur:
- bij eigen ondertrouw: halve dag;
- bij eigen huwelijk: twee dagen;
- bij eigen 25-, 40- en 50-jarig huwelijksfeest of jubileum dienstjaren: één dag;
- bij bevalling van echtgenote: tijdens de bevalling plus twee dagen;
- voor het bijwonen van een huwelijk van een van haar kinderen, ouders, broers of zusters: één dag;
- bij het overlijden van de echtgenoot; de sterfdag tot en met de dag van de begrafenis;
- bij het overlijden van een van haar ouders, schoonouders, eigen of aangehuwde kinderen: één dag, plus voor het bijwonen van de begrafenis: één dag;
- voor het bijwonen van de begrafenis van haar grootouders, kleinkinderen, broers, zusters, zwagers of schoonzusters: één dag;
- voor het bijwonen van een 25-, 40- en 50-jarig huwelijksfeest van ouders en schoonouders, alsmede verlof bij 25- en 40-jarig jubileum dienstjaren van echtgenoot: één dag.
B. Onder ouders, kinderen, broers en zusters vallen ook stiefouders, stiefkinderen, stiefbroers en stiefzusters, alsmede pleegouders, pleegkinderen, pleegbroers en pleegzusters. Duurzame samenlevingsvormen, die van te voren aan de werkgever kenbaar zijn gemaakt, worden voor het bepalen van het verlof met het huwelijk gelijkgesteld.
6.3.2 Overige gelegenheden
Bovendien heeft de werknemer recht op buitengewoon verlof met behoud van loon bij de volgende gelegenheden:
- voor het op uitnodiging bijwonen als kaderlid of afgevaardigde van vergaderingen en andere activiteiten van werknemersorganisaties: ten hoogste in totaal 5 dagen per jaar;
- voor het afleggen van examens om een voor de beroepsuitoefening noodzakelijke opleiding te behalen: de daarvoor noodzakelijke tijd;
- na opzegging van de dienstbetrekking door de werkgever voor het solliciteren of voor het op uitnodiging mondeling toelichten van een sollicitatie: de daarvoor benodigde tijd;
- voor het eenmaal in de periode van 3 jaar voor haar pensionering deelnemen aan een cursus ter voorbereiding op de pensionering: ten hoogste vijf dagen;
- vakbondsleden kunnen deelnemen aan cursussen van werknemersorganisaties, mits door de werknemersorganisatie bij de werkgever aangevraagd en mits verenigbaar met het bedrijfsbelang: ten hoogste 3 dagen per jaar;
- voor bezoek aan een arts en andere medische beroepsbeoefenaren zal buitengewoon verlof met behoud van loon worden gegeven gedurende de daarvoor benodigde tijd, voor zover dit bezoek redelijkerwijs niet buiten arbeidstijd kan plaatsvinden.
Feestdagen
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over feestdagen:
6.1.2 Zon- en feestdagen
A. Op zondagen en algemeen erkende feestdagen wordt niet gewerkt. De algemeen erkende feestdagen zijn: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en de beide Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van Z.M. de Koning wordt gevierd, alsmede 5 mei in de lustrumjaren (elke vijf jaar).
B. Er kan op deze dagen wel gewerkt worden als bijzondere omstandigheden dat noodzakelijk maken en als de betreffende wettelijke bepalingen zich daartegen niet verzetten. Als vergoeding voor de op deze dagen verrichte arbeid wordt voor ieder gewerkt uur het uurloon betaald, vermeerderd met een toeslag van 100%.
C. In de week waarin één van de hierboven omschreven feestdagen valt, krijgt de werknemer die 37 uur per week werkt, 1 dag (7,4 uur)doorbetaald vrij. Dat wil zeggen dat een werknemer die 37 uur per week werkt in een week (ma t/m za) waarin1 feestdag valt geen 37 uur maar 37- 7,4 uur = 29,6 uur hoeft te werken. Voor werknemers die minder dan 37 uur per week werken, geldt deze regeling naar evenredigheid van hun contracturen (contracturen / 37 x 7,4 uur).
D. De werkgever kan van sub C afwijken na overleg met de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging, of als die er niet zijn, met de gezamenlijke werknemers. In dat geval geldt de volgende regeling: “Een werknemer, die gedurende het hele vakantiejaar wekelijks een vaste vrije dag heeft, wordt geacht haar vrije dag genoten te hebben, als deze dag samenvalt met een feestdag als bedoeld onder A, maar zij krijgt de derde en iedere volgende feestdag die in één kalenderjaar samenvalt met die vaste vrije dag, gecompenseerd in de vorm van een vervangende vrije dag.” Dit besluit moet schriftelijk vastgelegd worden.
E. Een werknemer kan niet verplicht worden tot het werken op zondagen en erkende christelijke feestdagen.
F. De werknemer kan bij voorrang een vrije dag opnemen op een voor haar geldende religieuze feestdag, tenzij gewichtige bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten.
Extra verlof
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over extra verlof op basis van leeftijd en/of diensttijd:
9.3 Extra vakantiedagen
A. Op grond van dienstjaren of leeftijd kan een werknemer aanspraak maken op extra vakantiedagen. De situatie bij de aanvang van het vakantiejaar is daarbij bepalend. De dienstjarenvakantie bedraagt bij:
- 25 tot 40 dienstjaren: 3 extra vakantiedagen per vakantiejaar,
- 40 of meer dienstjaren: 5 extra vakantiedagen per vakantiejaar. De leeftijdsvakantie bedraagt bij een leeftijd van:
- 50 tot 55 jaar: 1 extra vakantiedag per vakantiejaar,
- 55 tot 60 jaar: 2 extra vakantiedagen per vakantiejaar,
- 60 jaar of meer: 4 extra vakantiedagen per vakantiejaar.
B. Extra vakantiedagen voor dienstjaren en leeftijd worden niet bij elkaar opgeteld, het hoogste aantal geldt.
Overwerk
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over overwerk:
4.2 Overwerk en toeslagenregeling
4.2.1 Overwerk
A. Overwerk zal zo min mogelijk worden opgedragen. Er is alleen sprake van overwerk na overleg met de werknemer in opdracht van de werkgever.
B. Onder overwerk wordt verstaan:
- de meer dan 9 uur per dag gewerkte uren. Daarbij geldt een overschrijding met maximaal een half uur, maximaal eenmaal per week, in aansluiting op de ingeroosterde werktijd, niet als overwerk;
- de meer dan 45 uur per week gewerkte uren, of de meer dan gemiddeld 40 uur per week gewerkte uren, berekend per periode van 4 aansluitende weken, waarbij de perioden elkaar niet mogen overlappen;
- de meer dan gemiddeld 37 uur per week gewerkte uren, berekend over een periode van 26 weken, met als peildata 1 april en 1 oktober;
- de uren gewerkt op een zesde dag in de week, tenzij deze uren binnen een periode van vier weken (te rekenen over een periode van twee weken voorafgaand aan tot twee weken volgend op de week dat zes dagen gewerkt is) zijn gecompenseerd door gelijkwaardige vrije tijd.
C. Voor elk uur overwerk wordt het loon uitbetaald, vermeerderd met een toeslag van 30%.
D. Wanneer overuren vallen in een tijdsperiode waarop volgens het tijdschalenmodel (zie onder) reeds een toeslag van toepassing is, dan worden de toeslagen bij elkaar opgeteld.
E. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen dat in plaats van uitbetaling van de overwerkvergoeding, extra vrije tijd wordt gegeven, overeenkomend met het loonbedrag dat voor het overwerk zou zijn betaald. Die vrije tijd moet worden gegeven binnen een maand nadat het overwerk is verricht.
F. De bepalingen over overwerk gelden niet voor medewerkers in de functiegroepen 5 en 6, en ook niet voor medewerkers die niet zijn ingedeeld in functiegroepen.
G. Een parttime werknemer, die in één week meer dan 37 uur werkt, komt voor die week in aanmerking voor een overwerktoeslag, indien aan de overige voorwaarden in dit artikel wordt voldaan.
4.2.2 Tijdschalenmodel
A. De werknemer ontvangt, afhankelijk van het tijdstip waarop zij werkt, een toeslag op het uurloon volgens onderstaand schema (tijdschalenmodel):
B. Voor het afmaken of overdragen van werkzaamheden kan de grens van het tijdschalenmodel incidenteel met een halfuur overschreden worden. In dat geval geldt de toeslag van het tijdblok waarin de werkzaamheden volgens het rooster uitgevoerd zouden worden.
C. De toeslagen worden gecompenseerd in vrije tijd, op te nemen binnen 26 weken na het ontstaan van de compensatie. Als compensatie in vrije tijd niet binnen deze 26 weken mogelijk is, wordt de toeslag in geld uitgekeerd.
4.2.3 Maaltijdvergoeding
De werkgever verstrekt aan de werknemer die haar werkdag begonnen is voor of op 14.00 uur en die doorwerkt na 19.00 uur, een warme maaltijd van redelijke kwaliteit of een maaltijdvergoeding. Er geldt voor deze vergoeding een bedrag van EUR 5,45 netto op declaratiebasis.
4.2.4 Toeslag bij plaatsvervanging
Als een werknemer een collega in een hogere functie vervangt, heeft zij gedurende de tijd van vervanging recht op een toeslag van 15% van het bedrag bij 0 functiejaren in de schaal waarin de vervangen functie is ingedeeld. Loon plus toeslag mogen echter niet meer bedragen dan het bedrag bij 0 functiejaren in de schaal waarin de te vervangen functie is ingedeeld. Deze toeslag geldt alleen als de vervanging langer dan vier weken duurt.
Functiegroepen
In de cao drogisterijen is het volgende bepaald over functies / functiegroepen:
5.1 Functiegroepen
De werknemer wordt uitsluitend op grond van de door haar te verrichten werkzaamheden ingedeeld in een functiegroep.
5.1.1 Functiegroep 1:
Werkzaamheden van eenvoudige aard die volgens nauwkeurige instructies op aanwijzing en/of onder directe leiding worden verricht.
Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:
- aankomend verkoopmedewerkster
- leerling verkoopster
- aankomend magazijnmedewerkster
- aankomend administratief medewerkster
5.1.2 Functiegroep 2:
Werkzaamheden van eenvoudige aard waarvoor een zekere mate van vak- en bedrijfskennis nodig is en die – hoewel onder directe leiding – toch met enige mate van zelfstandigheid worden verricht. Het bezit van het diploma 'Verkoop in de Drogisterij' is een vereiste.
Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:
- verkoopster
- magazijnmedewerkster
- administratief medewerkster
5.1.3 Functiegroep 3:
Zelfstandige werkzaamheden waarvoor in ruime mate vak- en bedrijfskennis nodig is en waarbij incidenteel leiding wordt gegeven aan enkele medewerksters, ingedeeld in de functiegroepen 1 en 2. Het bezit van het diploma Assistent-Drogist is een vereiste om voor de functie van eerste verkoopster in aanmerking te komen. De werknemer die voor 1 januari 1999 de functie van eerste verkoopster vervulde, kan niet worden verplicht dit diploma alsnog te halen.
Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:
- eerste verkoopster
- eerste magazijnmedewerkster
- eerste administratief medewerkster
5.1.4 Functiegroep 4:
Zelfstandige werkzaamheden waarvoor in ruime mate vak- en bedrijfskennis nodig is en waarbij leiding wordt gegeven aan enkele medewerksters in de functiegroepen 1, 2 en 3. Het bezit van het diploma Assistent-Drogist is een vereiste om voor de functie van waarnemend bedrijfsleidster of assistent filiaalmanager in aanmerking te komen.
Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:
- waarnemend bedrijfsleidster
- assistent filiaalmanager
- assistent magazijnchef
- assistent afdelingshoofd
5.1.5 Functiegroep 5:
Zelfstandige werkzaamheden waarvoor bijzondere vak- en bedrijfskennis nodig is, alsmede het volledige beheer van een drogisterij waarin maximaal 5 fulltime equivalenten (fte's) werkzaam zijn. Het bezit van het Vakdiploma Drogist is een vereiste om voor de functie van bedrijfsleidster, filiaalmanager of filiaalbeheerder in aanmerking te komen.
Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:
- bedrijfsleidster
- filiaalmanager
- filiaalbeheerder
- magazijnchef
- afdelingshoofd
5.1.6 Functiegroep 6:
Zelfstandige werkzaamheden waarvoor bijzondere vak- en bedrijfskennis nodig is, alsmede het volledige beheer van een drogisterij waarin meer dan 5 fulltime equivalenten (fte's) werkzaam zijn. Het bezit van het Vakdiploma Drogist is een vereiste om voor de functie van bedrijfsleidster, filiaalmanager of filiaalbeheerder in aanmerking te komen.
Voorbeelden van functiebenamingen in deze groep:
- bedrijfsleidster
- filiaalmanager
- filiaalbeheerder
- magazijnchef
- afdelingshoofd
Deze informatie is gebaseerd op de cao / looptijd zoals bovenaan deze pagina vermeld. Het kan zijn dat er ondertussen een nieuwe cao is overeengekomen. In dat geval dient de cao tekst van de nieuwste cao aangehouden te worden. Deze informatie is een verkorte weergave van de bepalingen uit de cao. Voor de volledige afspraken dient de tekst van de cao geraadpleegd te worden. U vindt de complete teksten op de pagina van de cao op deze website.